Hoi groep 8,
Hierbij alle informatie die je nodig hebt om uiterlijk op 2 juli 2019 het werkstuk af en opgestuurd te hebben.
Werkstuk groep 8
Inleverdatum : Uiterlijk 2 juli 2019 (eerder mag ook)
Enkele aanwijzingen bij het maken van een werkstuk:
Bedenk eerst een onderwerp.
Neem een onderwerp wat je echt leuk vindt. Dat maakt je blij om eraan te werken en
stimuleert jouw eigen motivatie om er iets moois van te maken.
Probeer eerst informatie te zoeken bijvoorbeeld op internet, in de bibliotheek, bij
een museum, een dierentuin, een vereniging, een ambassade van een land, of bij een
fabriek. Waar je de informatie vandaan haalt hangt natuurlijk van je onderwerp af.
Overleg ook in je eigen netwerk (ouders, buren, vrienden, vriendinnen) of zij nog
een bron kennen die je kan gebruiken.
1. Op de voorkant (geen paginanummering op de voorkant) van je werkstuk
staat je onderwerp (titel) van het werkstuk eventueel toegevoegd met een plaatje.
Onderaan op de pagina zet je:
je naam, je groep, de naam van je juf/meester, de naam van de school en de datum
waarop jouw werkstuk klaar is en wordt ingeleverd.
2. Gebruik geen boekentaal, probeer de tekst in eigen woorden in je werkstuk te zetten.
(Je mag de bron uiteraard wel gebruiken, maar herschrijf die info in je eigen
woorden).
3. Maak een inhoudsopgave met genummerde bladzijden (de inhoudsopgave is
paginanummer 3). Dit kan automatisch in de meeste programma’s, zoals Microsoft
Office, Libre Office of Google Drive documenten, maar je mag het natuurlijk ook
handmatig doen. Als je daarvoor kiest is het raadzaam de paginanummers pas toe te
voegen als de rest van het document helemaal klaar is, inclusief het verwerken van
de eerste feedback.
5. Schrijf een inleiding van minstens 10 regels.
6. Maak een goede hoofdstukindeling. Zet die ook duidelijk boven
de tekst. Geef iedere bladzijde een nummer vanaf de inhoudsopgave. Zet
ieder hoofdstuk op een aparte pagina. (In de meeste programma’s kan je dan een
‘harde Enter’ geven dmv toetsencombinatie Ctrl-ENTER)
7. Schrijf een nawoord van minstens 7 regels, waarin je beschrijft wat je hebt gedaan voor dit werkstuk en wat je een volgend werkstuk misschien anders zou doen? (met een lastig woord: reflecteren)
8. Maak een bibliografie (bronnenlijst) met de titels van de boeken en de schrijvers
en vermeld ook bepaalde websites waar je informatie vandaan hebt gehaald.
9. Houd je aan de minimale criteria voor het document:
Minimaal 2 pagina’s per hoofdstuk.
In elk hoofdstuk minimaal 1 figuur (plaatje).
Lettertype kiezen met leesbare tekens en niet te grote letters, bv 11.
Gebruik duidelijk kopjes voor hoofdstukken en alinea koppen.
(bijvoorbeeld ‘vet’ of ‘bold’) De kopjes mogen groter, maar houd ze wel gelijk aan
elkaar. (dus niet de ene keer 16 en de andere keer 20 gebruiken voor een kop, gebruik dan voor alle koppen bv 16)
Zorg dat het werkstuk niet groter wordt dan 12 bladzijden.
10. Vraag regelmatig (bijvoorbeeld na ieder hoofdstuk) iemand om mee te kijken
(medeleerling, juf/meester, ouder, broer/zus, buurman, buurvrouw, ibf, bff, etc..)
en feedback te geven op wat beter/anders zou kunnen. Laat daarbij letten op inhoud
en spelling. Als je vragen hebt mag je me altijd mailen: mail@meesterarthur.nl. Zet dan je naam en school even in de mail, zodat ik weet waar het over gaat. 😉
11. Begin nu en zorg dat je het werkstuk op tijd inlevert. De deadline is 2 juli 2019.
12. Print zo weinig mogelijk uit, maar gebruik liever een computer, Chromebook of
tablet. (scheelt weer papier en = dus goed voor milieu)
13. Stuur het uiteindelijke document op naar: mail@meesterarthur.nl als pdf of docx
document. Zorg dat je naam, groep en school er duidelijk bij staan.
In het kort ziet het werkstuk er dan zo uit:
Voorkant
Onderwerp, naam (voor- en achternaam), groep, naam van de juf(fen), naam van de
school, de inleverdatum, een plaatje, tekening, foto, enz.
(geen paginanummer op de voorkant).
Inhoudsopgave
Net als bij een boek. Je noemt de titels van je hoofdstukken en het nummer van de
bladzijde waarop dit hoofdstuk begint. Vanaf de inhoudsopgave begint de
paginanummering. De inhoudsopgave is pagina 3. In de inhoudsopgave ook het
voorwoord, inhoudsopgave, inleiding, nawoord en bibliografie vermelden.
Inleiding
In de inleiding vertel je aan de lezer wat er in je werkstuk staat. Je helpt de
lezer een
beetje te begrijpen wat hij kan verwachten als hij jouw werkstuk leest (minstens 10
regels).
Hoofdstukken
Hierin bespreek je de verschillende onderwerpen die met jouw onderwerp te maken
hebben. (Elk hoofdstuk op een aparte pagina).
Nawoord
Hierin vertel je hoe je zoektocht naar jouw onderwerp is gegaan. Is het meegevallen,
tegengevallen, kon je genoeg informatie vinden, enz. (minstens 7 regels).
Bibliografie
Dit is een moeilijk woord voor een boekenlijst die je gebruikt bij het maken van je
werkstuk.
Van ieder boek schrijf je op:
– hoe het boek heet
– wie de schrijver is
– wie de uitgever is
– waar het boek uitgegeven is (plaats).
Noem ook de volledige websites die je gebruikt hebt, begin met https://www.
Downloadlinks:
De beoordelingspunten voor je werkstuk
De bovenstaande tekst als pdf document
Je mag het digitale werkstuk opsturen (ook al voor 2 juli, als je dan al klaar bent) naar:
Veel plezier! En als je vragen hebt mag je me natuurlijk ook altijd mailen!