Onderwijs en kinderopvang
Sinds vorig jaar ben ik steeds vaker werkzaam als pedagogisch medewerker bij verschillende kinder- en buitenschoolse-opvang bedrijven. Op dit moment ben ik zelfs weer in loondienst bij Smallsteps, waar ik erg blij mee ben. Regelmatig spreek ik uit dat de kinderopvang meer bij mijn visie op (goed) onderwijs past, dan de meeste reguliere scholen. Stilzitten kan ik niet goed, dus tijdens de eerste Corona periode, waarin ik geen opdrachten had, ben ik mijn VVE certificaat gaan halen. In de zoektocht naar een ‘kindvolgend’ certificaat, vond ik Kiki Training & Coaching. En nu ben ik, ook via Kiki, een HBO training aan het volgen om pedagogisch coach / beleidsmedewerker te mogen zijn. Hoe meer ik in deze (kinderopvang)wereld thuis raak, des te meer verbaas ik mezelf dat onderwijs niet wat serieuzer kijkt naar de kinderopvang. De verplichte vaardigheden bijvoorbeeld, waar de pedagogisch medewerkers (pm-ers) aan moeten voldoen, zijn de zogenaamde interactievaardigheden. Ik ben niet zo’n voorstander van alles in regels en afspraken kwakken, zonder erbij na te denken, en te doen alsof dat de enige juiste wetenschap is. In dit geval blijf ik ook kritisch kijken naar deze eisen, waar ook de GGD op controleert en waar veel pm-ers op worden gecoacht. En ik kan me er wel in vinden. Sterker nog: waarom gelden deze vaardigheden niet voor de leerkrachten van nu? Het is NU toch tijd om de pedagogiek weer voorop te laten staan in het onderwijs? Met deze vaardigheden kunnen we dat denk ik sneller en beter bereiken. Kinderen leren immers vooral door te onderzoeken, te ontdekken en te ondernemen (de 3 O’s). Kinderen leren door te spelen. Daar zijn vooral tijd en ruimte voor nodig en die kunnen wij (de opvoeders) geven. Terug naar de bedoeling, terug naar het kind.
Wat zijn dat dan, die ‘Interactievaardigheden’?
Er zijn 6 interactievaardigheden:
- Basale vaardigheden
- Sensitief responsief
- Respect voor de autonomie
- Structureren en grenzen stellen
- Educatieve vaardigheden
- Praten en uitleggen
- Ontwikkeling stimuleren
- Begeleiden van interacties
Sensitief responsief
De pm-er is gevoelig voor de signalen die een kind afgeeft. Door goed te kijken naar het kind en aan te voelen wat een kind bedoelt / nodig heeft. De pm-er reageert op de juiste manier op deze signalen, ook gezien vanuit het kind. De pm-er kan gevoelens en emoties benoemen en zo verwoorden wat een kind meemaakt. De pm-er heeft begrip voor alle emoties van het kind en ondersteunt het kind waar dat nodig is.
Respect voor autonomie
Ieder kind in de groep is een mens, met menselijke basisbehoeften en rechten. Ieder kind is een eigen persoon, met eigen behoeftes, een eigen wil, eigen voorkeuren en een eigen ontwikkeling. De pm-er ziet en erkent dat. De pedagogische medewerker geeft ruimte aan de kinderen, waarin het kind eigen keuzes leert maken. De pm-er stimuleert actief dat kinderen zelf iets doen, op hun eigen manier.
Structureren en grenzen stellen
De pedagogisch medewerker zorgt voor een veilige omgeving, waarin kinderen de geldende regels en afspraken kennen en iedereen in de groep weet wat er van hem/haar wordt verwacht qua gedrag. De pm-er zorgt voor een positief klimaat.
Praten en uitleggen
Via taal leren kinderen taal. De pm-er praat daarom veel en vaak samen met de kinderen. De pm-er benoemt wat hij/zij doet en wat er gebeurt, ook bij de jongste kinderen. De pm-er past zich aan aan het begripsniveau en de interesse van de kinderen.
Ontwikkeling Stimuleren
De pm-er begeleid kinderen in hun ontwikkeling door te verkennen, te verbinden en te verrijken. Via vrij spel en via begeleid spel zorgt de pm-er dat kinderen in al hun talenten kunnen groeien op het gebied van motoriek, cognitieve vaardigheden, taalvaardigheden, sociaal emotionele vaardigheden en creatieve vaardigheden. Ontwikkeling stimuleren gebeurt altijd in samenwerking met het kind, aansluitend bij waar op dat moment de aandacht van het kind naar uitgaat en bij het tempo van het kind. Het kind kan zo op zijn/haar eigen manier en niveau ontwikkelen en is daar intrinsiek gemotiveerd mee bezig.
Begeleiden van interacties
De pm-er zorgt ervoor dat kinderen zich veilig en vertrouwd met elkaar en de volwassenen in de groep voelen. De pm-er stimuleert verbondenheid in de groep en een ‘wij gevoel’ door normen en waarden te benoemen (zo willen we met elkaar omgaan) en een positieve aandacht voor alle kinderen. De pedagogisch medewerker handelt als mediator en leert kinderen dat ook zelf te doen. De pm-er merkt ook positieve interacties tussen kinderen op en stimuleert ook daarin dat de kinderen dat zelf bij elkaar en zichzelf opmerken.
Achterlopen
Tijdens, en nu na de Coronaperiode hoor ik nog vaker dan daarvoor dat kinderen zouden ‘achterlopen’. Als we ons nu eens de vraag stellen waarop de kinderen dan achterlopen moeten we toch constateren dat dit alleen maar achterlopen is op een curriculum dat gebaseerd is op een gemiddelde, getoetst met standaard toetsen, die werkelijk niets zeggen, omdat de toets telkens weer ‘geleerd’ wordt, in plaats van de vaardigheden? Het heeft niets meer met een ontsteken van een vuur te maken (de drie O’s), maar alleen nog maar met het vullen van een vat (de toets leren en leren voor de toets). Een vat, waarin het gemiddelde zelf, en alles wat eronder zit vanaf groep 1 het gevoel krijgt iets niet te kunnen. Om dan later als volwassene, via een burn-out en een depressie of erger opnieuw te moeten leren dat goed, goed genoeg is. Dat jij ook meetelt in de samen-leving. Dat de groeimindset er misschien ooit wel was, maar al voor je vierde levensjaar werd vernietigd, omdat je vooral moest doen waar je niet goed in was, waar je geen zin in had.. waar je in ‘achterliep’.. Oei, misschien kreeg je zelfs wel een ‘disorder’ opgeplakt. Misschien kreeg je zelfs een onvoldoende… voor je eigen ontwikkeling.
Hoe zou jij je voelen op je werk als dat je ‘feedback’ is vanuit je ‘manager’? Hoe zou jij je voelen als je vooral bezig zou moeten zijn met waar je niet goed in bent? Wat zou het met jouw wilskracht doen? Jouw doorzettingsvermogen? Met jouw motivatie?
Ik weet het, soms zijn er inderdaad mensen die gemotiveerd raken van iets waar ze niet goed in zijn. Ook ik bijt me daar wel eens in vast. En ja, dan word ik er beter in, en soms vind ik het dan zelfs nog leuk ook… Ja, we moeten ook wel eens dingen doen die we niet leuk vinden. Dat hoort bij het leven. Jep, klopt, maar zoeken we in ons leven dan altijd maar weer dat niet leuke op? Moeten we beter worden in omgaan met dood, verdriet, misbruik of diefstal? Is de kans niet groter dat we dan juist op zoek gaan naar andere middelen om ons leven leuker te maken? Of zelf gaan misbruiken of gaan stelen? Hoe is dat het goede voor mezelf en de wereld? Ik zie ‘m niet…
En ja, ik draaf door, maar zien we dan niet dat dit precies is wat we met kinderen doen op scholen? Nee, niet met alle kinderen… maar wel met alle kinderen die niet aan de norm van het curriculum voldoen. Ook het gemiddelde, waar de hele boel op wordt gemeten, is niet goed genoeg. In de jaren dat ik les gaf op reguliere scholen had ik in iedere klas wel een paar leerlingen die al lamgeslagen waren door ons systeem en daardoor ook nog eens ongewenst gedrag lieten zien. Veel van die leerlingen zijn van die scholen gestuurd. Ik hoor het een directeur nog zeggen: “Dat kind wil ik niet in groep 8 hebben, want die haalt mijn hele schoolscore naar beneden…”
Wat als?
En wat als we nu een met kinderen om zouden gaan op de manier zoals beschreven in de kinderopvang, via bijvoorbeeld die interactievaardigheden? Dat dat de basis wordt in alle scholen? En dat pas daarna het curriculum, de standaard toetsen en alle andere bureaucratie volgt? Het kind en zijn/haar eigen ontwikkeling op de eerste plek! Zo staat het toch ook gewoon in de kinderrechten en natuurlijk ook in de rechten van ieder mens? Zullen we het ‘gepersonaliseerd leren’ noemen in een groep waar iedereen zichzelf mag zijn, samen met anderen? Natuurlijk kunnen er dan interessante groepslessen gegeven worden, natuurlijk gaan we vaak op avontuur, natuurlijk wordt er veel en vaak geoefend. We leren immers het beste vanuit onze eigen motivatie en die motivatie kan je samen echt wel vasthouden en soms samen richten op alle levenszaken en vragen die we ontdekken, onderzoeken en ondernemen. Zolang we genoeg tijd en genoeg ruimte krijgen (nemen) komt het dan helemaal goed met onze ontwikkeling. Wie, wat en waar we ook zijn.
Als pm-er mag ik iedere dag op die manier werken. Vandaar mijn uitspraak dat de opvang beter past in mijn visie op goed onderwijs. Ja, ook ik moet wel eens dingen doen die ik minder fijn vind. Maar hoe heerlijk vind ik het dat ik gewoon mezelf mag zijn. Dat ik goed genoeg ben zoals ik ben. Dat ik vanuit relatie mag samen-leven, mag samen-zijn met anderen (jong en oud) en dat we iedere dag weer samen mogen spelen en dus samen-leren.
Al zou onderwijs maar een beetje meer die kant op durven werken. Dan zou het curriculum een prachtige richtlijn zijn, waar we dankbaar gebruik van maken. Zal de inspectie de leerkracht helpen door zich meer te richten op het verbeteren van die interactievaardigheden en vooral in te gaan op de talenten van de leerkracht, zoals de leerkracht dat dan ook weer bij de kinderen zal doen. Dan zegt nooit iemand meer dat een kind ‘achterloopt’, want ieder kind ontwikkelt dan precies zoals het ontwikkelt, op zijn/haar eigen tempo en manier. Daar wordt het kind niet op afgerekend of voor beloond… dat is gewoon gewoon. Ook dan zullen er zorgen zijn, maar ook dan is ieder kind goed genoeg, zoals hij of zij is. We leren iedere dag van elkaar, we leren wie we zijn en hoe onze talenten echt een steentje kunnen bijdragen aan onszelf en de wereld.
Dat gun ik ieder kind en iedere begeleider van kinderen.
Digitale knuffel van Meester Arthur